Op weg naar 85 jaar TIG, deel 5
De jaren ‘80
Voor dit deel heb ik Lies Beekman geïnterviewd. Zij kwam al aan bod in het stuk over de jaren ’60. Zij is één van de twee leden die het langst lid is van onze vereniging. Aan de hand van haar plakboeken gingen we in gesprek over de jaren ’80.
In de jaren ’80 werd er gerepeteerd in het Hooglandse Huis, een bovenzaaltje van de Hooglandse kerk. Er was daar een aparte ruimte met een barretje. Tijdens de repetities werd er gewoon gerookt. Lies vertelde dat ze dat heel vervelend vond. Op het toneel werd ook gerookt, dat mocht toen nog in de Leidse Schouwburg.
De jaren ’80 werden ingeluid door de viering van het 50-jarig bestaan van TIG. Op 10 december 1980 was er een receptie voor leden en donateurs. Daarna werd er in Wienerwald (het tegenwoordige stadscafé van der Werff) gegeten door de leden. Alle leden kregen het boekje 1930-1980 Tot Ieders Genoegen of ‘Hoe een toneelvereniging 50 jaar werd’ aangeboden.
Lies: “In de jaren ’80 deden we ook eenakters. Een eenakter is een stuk dat duurt tussen een half uur en drie kwartier. Op een avond kun je dus drie eenakters spelen. Op die manier komen er veel meer mensen aan bod. Ook deden we meer thrillers dan nu. Er was meer afwisseling tussen thrillers, drama’s en kluchten. Ook toneelspel kwam meer aan bod. Het is pas later dat TIG zich meer ging richten op wat het publiek wilde en de meeste donateurs houden van blijspelen.”
Van elke opvoering waren er minstens twee recensies in de kranten: één in het Leids Dagblad en één in de Leidse Courant. Die recensies waren niet altijd mals. Zo speelde TIG in mei 1982 een thriller: Klokslag 9. De recensent oordeelde: ‘Souffleuse speelt de hoofdrol bij Tot Ieders Genoegen’. Bert Koekebakker was een heel bekende recensent van het Leids Dagblad.
In mei 1981 regisseerde Jacques Boom het toneelspel ‘de Heilige Vlam’. Er zat veel drama in. Jacques Boom is de vader van Corry van Doorn, tegenwoordig het langste lid van TIG. Na afloop van dit stuk werd Mijni Boom (de moeder van Corry) gehuldigd door iemand van het Nederlands Centrum voor Amateurtoneel (NCA).
Lies: “Zelf ben ik ook gehuldigd door het NCA. In 1988 was ik 25 jaar lid en daarvoor kreeg ik een zilveren insigne. Tijdens mijn huldiging had ik een Rode Kruispakje aan, omdat ik in het stuk een medewerkster van het Rode Kruis speelde. Dat pakje was gehuurd en dat zat strak!”
TIG heeft in de jaren ’80 ook uitstapjes gemaakt naar projecten buiten de vereniging. Zo speelden ze in 1983 samen met een operettevereniging het stuk ‘het Contract’ in ouderwetse kledij. Dit deden ze voor het Anjerfonds. In 1987 heeft TIG meegewerkt aan een reclamespot. Als applaudisserend publiek maakten ze reclame voor een pijnstiller. In mei 1989 figureerde TIG in een stukje film. Dit ging over vrouwen in het verzet. Het werd gefilmd in de Stevenshof en het kwam op tv.
Lies: “Stukken die me speciaal zijn bijgebleven zijn ‘Hé, mag ik mijn echtgenote terug’ van mei 1983, ‘Viermaal Verkocht’ van mei 1987 en ‘Vluchtweg Afgesloten’ van mei 1988. In ‘Hé, mag ik mijn echtgenote terug’ speelde ik tante Minnie en als ik kwam dan moest alles normaal zijn, ik mocht van niets weten.
‘Viermaal Verkocht’ was een spel in vier taferelen. Het ging over een appartement dat steeds hetzelfde was maar dat steeds nieuwe bewoners had. Ik speelde een rijke vrouw met een jonge minnaar. Ik probeerde van dat appartement ook mijn stekkie te maken. Ik vond het heel erg leuk, vier taferelen op één avond.
‘Vluchtweg Afgesloten’ was een toneelspel dat ging over Oost-Berlijn, het communistisch regime, het speelt in de roerige zestiger jaren.” Lies: “Ik krijg er nog kippenvel van . Ik ben zelf veel in de DDR geweest, waarvan één keer in Oost-Berlijn, ook toen de muur er nog stond. Ik vond dit een heel ontroerend stuk, hoewel ik zelf niet meespeelde.”
John Donders, die we tegenkwamen in het stuk over de jaren ’70, is in de jaren ’80 een aantal keer regisseur geweest, zoals in november 1983, bij het stuk ‘het Huis op de Rots’. En in december 1987 bij ‘Een dolle boel om de voetbalpoel’ en in juni 1989 bij het blijspel ‘Stuivertje Wisselen’.
Ria Donders, zijn vrouw, is veel souffleuse geweest.
In de jaren ’80 was het ook al moeilijk om heren te krijgen voor het toneel. Toch waren het er meer dan tegenwoordig. Net als nu was de opvoering altijd op een maandag. Ook hetzelfde is gebleven dat de decors door een firma van buitenaf worden geleverd en opgebouwd De grime werd wel door iemand van buitenaf gedaan. Dat doen tegenwoordig twee leden van de vereniging zelf. De generale repetitie was op zondag en de uitvoering op maandag. Dat is pas sinds vorig jaar veranderd. Tegenwoordig is de generale repetitie op maandagmiddag, vóór de uitvoering.
Men ziet, ook in de jaren ’80 bloeide Tot Ieders genoegen en heeft men de toneeltraditie in stand weten te houden zoals die tot op de dag van vandaag nog steeds bestaat.
Met dank aan Lies Beekman