Op weg naar 85 jaar TIG, deel 8; 2010-2015

Voor de oplettende lezers onder jullie; we hebben bijna het heden bereikt. Al eerder hebben jullie kunnen lezen over alle decennia die het bestaan van TIG omvatten. De geschiedschrijving houdt hier niet op, er valt nog veel meer te vertellen over de geschiedenis van TIG. De laatste vijf jaar van TIG zijn bewogen jaren geweest. Ik interviewde voor dit stuk onze voorzitter Maurice Zondag.

In 1998 ging Maurice voor het eerst kijken bij een voorstelling van TIG. De tweede of derde keer dat hij ging kijken zag hij een oproep in het programmaboekje; “Leden gezocht”. Toen is hij in 1999 lid geworden. In datzelfde jaar speelde hij al zijn eerste stuk: ‘Alles voor de Tuin’

Maurice vertelt: “Ik heb in die zestien jaar dat ik nu bij TIG zit, in zo’n 25 stukken meegespeeld schat ik. Ik had geluk, ik was de jongste man, dus was er vaak een rol voor me. En dat geldt nog steeds eigenlijk wel.

Ik kwam in het bestuur toen Ton (Barnhoorn, red.) al voorzitter was. Ik was in 2010-2015 dus al bestuurslid (2e penningmeester) en we waren het er met zijn allen over eens: we moeten de boel draaiende blijven houden. In 2008 was de crisis begonnen en die raakte ook TIG. Subsidies kwamen onder druk te staan. TIG moest een aantal maatregelen nemen om te blijven bestaan. Zo waren de prijzen voor de toegangskaartjes omhoog gegaan, net als de contributie voor de leden. Het bestuur deed er alles aan om TIG draaiende en financieel gezond te houden en daar zijn we goed in geslaagd. In november 2010 speelden we het stuk ‘Hotel de Roskam’ van de familie Bruinsma, dezelfde familie die we nu in november weer op de planken brengen. Daarin speelde Ton ook mee. In december dat jaar vierden we het 80-jarig bestaan en daar was Ton dus ook nog bij. Toen in januari 2011 het telefoontje kwam dat Ton overleden was voelde dat als een mokerslag.. We waren er allemaal erg door aangeslagen, door dit plotselinge verlies. Ton was onze stabiele basis, een voorzitter die alles goed regelde, en die viel opeens, zomaar weg.

Anthon (van der Meijden, red.) nam toen de rol van voorzitter ad interim op zich. Ik vond het heel leuk om bestuurslid te zijn en over het voorzitterschap had ik eigenlijk niet eerder concreet nagedacht. Dat hoefde ook niet, toen Ton er was. Maar door zijn overlijden ben ik er over gaan nadenken en heb dat kenbaar gemaakt binnen het bestuur en gepolst bij de leden. Iedereen had daar vertrouwen in, dus heb ik me verkiesbaar gesteld. Sinds januari 2012 ben ik nu voorzitter. Ik vind het een hele eer dat ik dit mag doen, het is leuk om de dagelijkse leiding te voeren over zo’n mooie vereniging als de onze.

Het bestuur regelt de dagelijkse dingen. Als voorzitter zet je een visie en een strategie voor de toekomst met elkaar uit. En die visie van de vereniging kun je het beste omschrijven als: ‘Wij willen theater maken voor Leidenaren, door Leidenaren.’ En met Leidenaren bedoelen we natuurlijk mensen uit de hele regio. We werken er aan om bekender te worden in Leiden. We willen de vereniging moderniseren en graag een groter publiek aanspreken. We spelen nu 1 avond in de schouwburg per voorstelling, het zou natuurlijk mooi zijn als we dat 2 avonden zouden kunnen doen. Al is dat nog wel een hele grote stap en nog maar de vraag of dat zou kunnen lukken.

Alle dingen die we extra doen, zoals het dialogenfestival, het Man Bijt Hond-project en meelopen in de optocht op 3 oktober, dragen bij aan het theater maken. Dat is leuk. Extra buiten onze hoofdbezigheid, 2x per jaar de avondvullende voorstelling in de Schouwburg. Door ons ook op de buitenwereld te richten, kunnen we onze leden ook meer theaterervaring aanbieden. Onze leden verschillen niet alleen in leeftijd, maar onze groep is ook heel uiteenlopend. TIG is een heel diverse groep die graag samenwerkt. En dat is mooi om te zien.

De jaren 2010-2015 kenmerken zich wel door verandering. TIG is heel lang intern gericht geweest. In 2010 en 2011 waren we nog hard bezig ons hoofd boven water te houden, alles moest worden herzien, van de programmaboekjes tot het spelen in de schouwburg. Vanaf 2012 was de economische situatie echter stabieler geworden en konden we de vraag gaan stellen: ‘wat willen we eigenlijk als vereniging?’

Momenteel hebben we een hele solide basis als vereniging. Onze interne structuur is goed op orde dankzij het goede werk van alle bestuursleden. Dat is heel fijn voor onze leden, want toneelspelen is toch jezelf durven blootgeven. Je moet je kwetsbaar kunnen opstellen. Dus een stabiele basis is fijn om die veiligheid te bieden. Maar die solide basis helpt ons ook om ons meer naar buiten te richten. We praten meer met onze stakeholders en we werken samen met andere verenigingen.

Daarom ben ik sinds kort toegetreden tot de kerngroep van de WAK (Werkgroep Amateur Kunst), net zoals Prijnie Hartevelt dat jarenlang ook voor ons gedaan heeft. De WAK behartigt de belangen van alle Amateur Kunst verenigingen in Leiden. En dat kan van alles zijn. Van koren tot toneelverenigingen tot blokfluitensembles aan toe. Het WAK is een belangengroep, het vormt één stem richting de gemeente. Het stimuleert ook samenwerking tussen de verschillende verenigingen. Dit is voor ons een hele goede combinatie als we meer naar buiten willen treden. Het is ook fijn dat ik TIG zo kan helpen. Als voorzitter ben je het visitekaartje naar buiten toe. Ik ga dan ook graag naar cultuurbijeenkomsten om TIG te promoten.

Voor onze vereniging is groei nog mogelijk, niet per sé in volume, maar als organisatie in kwaliteit en volwassenheid. Het spel wordt steeds beter, de stukken die we spelen worden steeds beter, en ik zie het als mijn persoonlijke missie om ervoor te zorgen dat we die groei kunnen waarmaken.“

Vergelijkbare berichten